Niels is wel de meest luidruchtige bewoner van de groep. Zijn gegil bezorgt de begeleiders en de overige bewoners hoofdpijn en een groeiend gevoel van onvermogen. Wat doe je daar nou aan?
Er zijn van die intrigerende situaties in overleggen en gesprekken die voortdurend terugkomen.
Vooral als er sprake is van probleemgedrag.
Ik wil je hieronder een belangrijke noemen, die ik tegenkwam tijdens zo’n teamgesprek n.a.v. het gedrag van Niels.
In de wens hem te willen begrijpen stellen begeleiders allerlei vragen. Een van de eerste die ik tijdens de bijeenkomst hoor is, “WAT is er toch mis met hem?”, “WAT heeft hij? Dat is heel begrijpelijk. Soms duurt het jaren voordat een eigenaardigheid van iemand een naam krijgt.
Hij krijgt dan behalve een eigen naam, “Niels”, ook nog een naam die hem verbindt met anderen, b.v. autisme, niet aangeboren hersenletsel, zwakbegaafd, heeft moeite met overgangen enz.
Dat is vaak een hele opluchting voor ouders en begeleiders. De eigenschap, handicap, afwijking of ziekte krijgt een naam. Er zijn meer mensen zoals hij. Gelukkig! Die naam verbindt hem met anderen die hetzelfde hebben. Het bestaat! WAT hij heeft is meetbaar, objectiveerbaar en herkenbaar.
En daarmee geeft het een antwoord op de vaak grote vragen zoals: “ Hoe kunnen we met hem communiceren?” “ Naar welke school kunnen we hem laten gaan”? “Welke activiteiten kunnen we hem aanbieden”? Dit neemt spanning weg, biedt zekerheid en houvast. En opent perspectieven die daarvóór ontbraken.
Het WAT zijn dus algemene uitspraken over iemand, in vergelijking met iemand anders. Maar geeft dit ook voldoende houvast voor werkelijk persoonlijk en wederzijds contact?
Ieder mens is immers uniek, onvervangbaar, éénig in zijn categorie?
En daar gaat het om bij het WIE. Dat zijn de persoonlijke gedachten, belevingen,gevoelens en uitspraken van die ene persoon over de ander. Het WIE is aanwezig in iedere persoonlijk ontmoeting. Als ik hier naar vraag heeft elk begeleider, die werkt met Niels, wel een aantal voorbeelden:
Direct is merkbaar hoe persoonlijk gekleurd de beschrijvingen van Niels zijn en de betekenissen die het voor de individuele begeleiders zelf heeft. “als hij zo hard schreeuwt loop ik het liefste weg” , “ik vind het ontroerend als hij met zijn lange vingers over de wang van zijn broer Jeroen aait”. Enz.
Als de dagelijkse omgang van Niels gedicteerd zou worden door alleen antwoord te geven op de vraag “WAT is er toch mis met hem?”,” WAT heeft hij?” ga je als begeleider vanuit een algemeen eenheidsconcept met hem om. Het gevolg hiervan is dat jou eigen persoonlijke en unieke dynamiek uit de relatie verdwijnt.
Voordat je het weet houd je te vast, aan de steeds groeiende rij van algemene afspraken en regels, die er in zo’n situatie vaak gemaakt worden. In de wens naar een definitieve oplossing voor het gedrag. Omdat de afstemming in de relatie met Niels dan verdwijnt is dit een reden voor het ontstaan van nóg meer probleemgedrag.
Is er alleen oog voor het WIE dan leidt dit tot onnodige misverstanden, omdat iedere observatie persoonlijk en uniek is en het begrip en de kennis die je hebt vanuit het WAT van de handicap niet meegenomen wordt.
De Methode Heijkoop brengt het WIE en het WAT met elkaar in verbinding. Door samen Ontdekkend te Kijken naar videobeelden wordt je jezelf bewust hoe Niels (WIE) met zijn objectieve kenmerken (WAT) zich handhaaft.
Ben je nieuwsgierig geworden? Wil je dit eens meemaken?